Tagarchief: zelfkastijding

Vredelievend communiceren

Zelfbeheersing, discipline, flexibiliteit, vertrouwen, wilskracht, luisteren, inlevingsvermogen, verbeeldingskracht, pragmatisme, zelfvertrouwen, respect, duidelijkheid, wijsheid, liefde, geloof in vrede, dienstbaarheid. Met deze kwaliteiten zette Nelson Mandela zich in voor de vrede in Zuid-Afrika, zoals in de delen 1 en 2 van Vrede begint bij jezelf (gepubliceerd in maart en april) is te lezen. Hoe kunnen wij al was het maar voor een heel klein beetje in zijn voetsporen treden? Ik heb aan het eind van deel 2 van Vrede begint bij jezelf beloofd handvatten aan te reiken om op een vredelievender manier te communiceren. Dat is te veel informatie in één artikel. In dit eerste deel geef ik daarvoor de aftrap. Het is namelijk eerst belangrijk om ons bewust te worden van wat de gevolgen voor onszelf en onze omgeving zijn van een negatieve stijl van communiceren.

Zo binnen zo buiten, zo boven zo beneden

Nelson Mandela is niet de enige in de geschiedenis die veel voor de vrede heeft betekend. Mahatma Ghandi is daar natuurlijk nog een goed voorbeeld van met zijn inzet van actieve geweldloosheid in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd. Ook de Nederlandse, 75 jarige pater-jezuït Frans van der Lugt had de moed in het door oorlog verwoeste Homs in Syrië een vredige plek voor de mensen te creëren ongeacht ge­loof of ras. Hij weigerde om zich te laten evacueren tijdens het bereikte bestand van een paar dagen. Het werd hem fataal, want op maandag 7 april 2014 werd hij door gewapende mannen uit zijn huis in Homs ontvoerd en doodgeschoten.

Wat is er toch aan de hand op deze wereld dat we elkaar zo gemakkelijk van het leven beroven. Daarvoor haal ik de wet van Hermes Trismegistus even van stal. Het belangrijkste inzicht van deze wet is dat wat er buiten ons plaatsvindt een afspiegeling is van wat er binnen in ons gebeurt en andersom. Zo is in elke cel van ons lichaam ook de blauwdruk van ons gehele lichaam aanwezig. In het oude Egypte (de bakermat van onze be­schaving) werd de hermetische wet ‘zo binnen zo buiten, zo boven zo beneden’ genoemd en door farao’s en priesters onderwezen. Ook Taoïsten gebruiken dit uitgangspunt voor hun groei en ontwik­ke­ling. Deze filosofie volgend betekent oorlog buiten ons, dat er ook ergens oorlog in ons is. Dus waar zullen we dan moeten beginnen om vrede te creëren? Precies, bij onszelf.

Zelfkastijding

De eerste stap is ons bewust te worden welke oorlog we in onze binnenwereld, dus met onszelf voe­ren. “Oorlog met mezelf voeren?”, zul je wellicht denken, “Ben je nu helemaal van de pot gerukt?” Nee, dat ben ik niet. Dagelijks merk ik in mijn contacten met cliënten die ik coach hoe vaak we in oorlog met onszelf zijn. We schieten niet met scherp, we gooien ook geen bommen. Nee, we gebrui­ken vergif, een langzaam werkend, maar Vergif 1effectief vergif: negatieve gedachten over onszelf. Herken je deze: ik ben te dik; ik ben te mager; ik ben te lang; ik ben te klein; ik ben lelijk; mijn neus is te lang; mijn neus is te groot; ik haat mijn flaporen; mijn borsten zijn te klein; mijn borsten zijn te groot. Zo kan ik nog wel even doorgaan met hoe we onszelf met onze negatieve gedachten kastij­den. De persoon tegen wie we nu juist het alleraardigst zouden moeten doen, zijn we langzaam aan het vergiftigen. Hoe wreed kan het zijn en dat is nog maar één manier van oorlog voeren met ons­zelf, zelfkastijding.

Als we iets gedaan hebben wat niet goed uitpakt of als we in onze ogen iets negatiefs gedaan heb­ben, zijn we geneigd om onszelf daarvoor te veroordelen: wat ben ik toch stom; zie je wel dat ik het niet kan. Dat oordelen hebben we al erg jong geleerd. Zodra we in staat zijn ons maar enigszins voort te bewegen, hebben we gehoord: blijf af; dat mag niet; je bent stout als je dat doet; dat kun je niet. Sommigen onder ons hebben ook gehoord: je deugt niet; je bent een nietsnut; je bent nergens goed voor; ik heb je niet gewild; als jij er niet was geweest, was mijn leven beter geweest. Vaak horen we in onze jeugd alleen wat we niet goed doen. Om ons zogenaamd te beschermen leerden we ook om onze talenten en vaardigheden te bagatelliseren, want stel je voor dat je naast je schoe­nen zou gaan lopen. En ach, zucht, onze ouders hebben dit weer van hun ouders gehoord en zij weer van hun ouders en dat gaat zo al honderden zo niet duizenden jaren door. Het zit dus goed in onze hersenen gegrift dat (ver)oordelen erbij hoor.

Omdat je ouders jou veroordeelden en later anderen zoals je leraren daar een schepje bovenop gingen doen, lijkt het normaal dat je die oordelen over jou voor waar aanneemt en jezelf dan ook maar veroordeelt. Het nare is dat dit aangeleerde gedrag in het onbewuste lange termijngeheugen terechtkomt. Het kost ons daardoor geen enkele moeite om dat gedrag te activeren. Het is zelfs zo dat als we nieuw, effec­tiever gedrag hebben geleerd, het veroordelen toch op het puntje van je tong blijft liggen. Dat komt omdat het oude gedrag eerder geprikkeld wordt. Dan is het ook nog eens zo dat negatief denken zichzelf in stand houdt en geen ander levend wezen zo goed in piekeren is dan mensen. En ja, vrouwen nog meer dan mannen.

In Woorden kunnen je brein veranderen waarschuwen Andrew Newberg en Mark Robert Waldman ervoor dat elke vorm van gepieker – over je werk, je inkomen, je gezin, je relatie, enzovoort – je lichaam prikkelt om destructieve neurochemicaliën aan te maken. Als je de gewoonte hebt om in negatieve gedachten te vervallen en/of iedere keer weer piekert over problemen uit het verleden, dan zeil je recht op een depressie af. Voorbodes daarvan zijn eetstoornissen, passiviteit, slapeloosheid, pleinvrees, dwangmatig gokken en seksuele problemen. Dat zijn dingen die een gezond denkend mens toch liever wil vermijden.

Daarom is het zo belangrijk om ons bewust te worden van onze agressie tegen onszelf, want zodra we onszelf veroordelen, respecteren we onszelf niet. Omdat we dat al zo lang gewend zijn, hebben we dat niet eens meer in de gaten. Toch weten we best wel dat iemand echt niet wordt gemotiveerd door veroordeling. Met dat oorlogje spelen demotiveer je jezelf en doe je jezelf dus geen plezier. Negatieve gedachten werken bovendien door in wat we zeggen. Daarmee zijn we bij nog een andere  vorm van oorlogje voeren beland: communicatie met de buitenwereld.

Negatieve woorden

Dat gedachten en woorden kracht hebben, is inmiddels wel duidelijk. Alleen de kracht van woorden is nog sterker dan van gedachten. Zodra we onze gedachten hardop uitspreken, verdubbelt die kracht als het ware. Dat geldt dus ook als we communiceren vanuit een negatieve gemoedstoestand.

Onze menselijke antennes pakken over het algemeen heel gemakkelijk stemmingen en emoties van onze gesprekspartner op, bewust of onbewust. Het effect is dat je iedereen kunt meesleuren in een negatieve spiraal naar beneden die uiteindelijk tot geweld kan leiden. Volgens Newberg en Waldman is de reden daarvoor, dat vanaf het moment dat we negatieve gedachten tot uitdrukking brengen, het negativisme in de herse­nen van spreker én toehoorder(s) wordt vergroot.

Een goed voorbeeld is boosheid. Hoe moeilijk is het niet om kalm te blijven als een ander Boosheid1boos naar je reageert en hoe gemakkelijk kan de boel dan escaleren. Er zijn niet voor niets mensen die hun brood verdienen met het ons leren om rustig te blijven als iemand boos en agressief reageert. Als we te veel last hebben van of te vaak geconfronteerd worden met agressiviteit en boosheid van onszelf of van een ander kan dat onherstelbare schade veroorzaken in onze hersenen en uiteraard ook in onze relaties. Geheugenopslag en cognitieve precisie kunnen hierdoor worden aangetast, evenals op den duur ons beoordelingsvermogen in sociale situaties waardoor we daar niet goed op gaan reageren.

Wat dat laatste betreft staan negatieve gedachten het nemen van rationele beslissingen in de weg. Ongetwijfeld herkenbaar, en dat komt omdat we dan eerder vooroordelen over anderen hebben. Onze innerlijke dialoog blijft dan in een kringetje ronddraaien waar we niet altijd even gemakkelijk uit kunnen komen. Omdat we te veel in onze emoties blijven hangen die door onze rechter hersenhelft worden beheerst, ligt er min of meer een grauwsluier over onze linker hersenhelft die ons rationele denken regelt. Het is belangrijk om achter die sluier vandaan te komen, want als we te lang blijven hangen in negatieve ge­dachten en woorden – anders gezegd in ons drama – is de kans echt groter voor werkelijke schade aan belangrijke structuren die ons geheugen, onze gevoelens en emoties reguleren. Wellicht heb je al eens gemerkt dat je dan slecht in slaap valt. Dat is één van de effecten, net als een verminderde eetlust. Ook kan het de manier waarop onze hersenen geluk, een lang leven en gezondheid reguleren ontregelen.

Door het uitspreken van een enkel negatief woord kan er direct spanning en irritatie ontstaan. Laat staan als het om een hele tirade van negativiteit gaat. Het vervelende is dat er dan al snel wederzijds wantrouwen ontstaat doordat er bij zowel spreker als toe­hoorder(s) stressstoffen in de hersenen vrijkomen. Heel belangrijk is het om je te realiseren dat het voor onze hersenen niet uitmaakt of het fantasie of werkelijkheid is, gemeend of niet gemeend. Dat is ook de reden dat het luisteren naar ruzieachtige stemmen op radio of tv ook die stressstoffen activeren, ook als je die ruzieachtige stemmen op de achtergrond hoort. Ik heb mensen die er een handje van hadden om anderen af te kammen, regel­matig horen zeggen: ze weet toch dat ik het niet meen. Kan wel zijn, maar de hersenen reageren toch automatisch met het aanmaken van stressstoffen. Hoe we het ook wenden of keren het blijft oorlog voeren zowel naar jezelf als naar je gesprekspartner.

In het dagelijks leven gebeurt dat uiteraard ook regelmatig andersom, dat mensen negativiteit over jou uitstorten. Eén voorbeeld heb­ben we hiervoor al kunnen lezen, namelijk de nadruk van onze ouders en andere autoriteiten op wat we niet goed doen. Er is nog een andere manier.

Schuldgevoelens

Volgens Marshall B. Rosenberg, grondlegger van het model voor geweldloze communicatie en au­teur van De taal van de vrede, hebben autoriteiten zoals ouders en leraren ons ook nog eens opge­zadeld met schuldgevoelens. Daarmee kregen ze voor elkaar dat wij deden wat zij wilden. Dat heet overheersen en is ook een manier van oorlogsvoering. Een tweetal voorbeelden die we onge­twijfeld herkennen: ‘Het doet me pijn als je je kamer niet opruimt.’, ‘Je maakt me boos als je je broer/zus slaat.’ Met dit soort woorden proberen mensen ons verantwoordelijk te maken voor hun gevoelens, zodat wij ons schuldig gaan voelen. Inmiddels zijn we zelf volwassen en doen we vaak precies het­zelfde. Deze vorm van overheersing komen we overal tegen: regeringen, scholen, bedrijven, gezin­nen en dit werkt door in onszelf.

Rosenberg wijst erop dat we voor leren door middel van schuld of schaamte een hoge prijs betalen. Als we getraind zijn om onszelf iets te leren door op onszelf te schelden, is het niet vreemd als we onszelf gaan haten. Dat zien we bij anorexiapatiënten. Ze haten hun lichaam. Vlak ook de perfectio­nisten niet uit. Er is altijd wel een inner­lijke stem die het nooit goed genoeg vindt waardoor je je steeds schuldiger gaat voelen. Vervolgens ga je nog meer van jezelf eisen en storm je af op een burn-out. Met geen van deze manieren zorg je goed voor jezelf.

Ook als volwassenen onder elkaar doen we vaak erg ons best om een schuldgevoel bij de ander op te wekken. Een duidelijk voorbeeld daarvan kwam ik in mijn praktijk tegen van een cliënt die zich ver­antwoordelijk voelde voor een aan alcohol verslaafde vriend. Hoewel hij al diverse keren in een afkick kliniek was geweest, weigert hij om van de drank af te blijven. Toch blijft ze maar voor hem zorgen, omdat hij volgens haar verder niemand heeft die naar hem omkijkt waardoor ze zich schuldig voelt als zij hem loslaat. Daardoor krijgt hij haar iedere keer zover om toch naar hem om te blijven kijken. Ze neemt dus de verantwoordelijkheid voor iemand op zich die deze persoon zelf weigert te nemen met als gevolg dat zij hem in zijn oude patroon houdt en zelf steeds dieper wegzakt in een depressie.

Dit noem ik het meedraaien op de cirkel van de ander. Jaren geleden heb ik van een Indiaanse chief en medicijnman geleerd dat ik het centrum van het universum ben en dat alles om mij heen gebeurt. Zolang ik in het centrum van mijn eigen cirkel blijf staan, is er niets mis mee als mijn cirkel en de cirkel van een ander elkaar voor een gedeelte overlappen. Dan blijven we beiden in ons eigen centrum en in onze kracht staan. Die zinnetjes herhaal ik dagelijks als een mantra en ik heb ze al heel vaak aan anderen doorgegeven. Ze luiden als volgt:

Ik ben het centrum van het Universum

Alles wat gebeurt, gebeurt om mij heen

Ik ben omsingeld door de eeuwigheid

Ik ben de eeuwigheid

Chief Dancing Thunder

In het beschreven voorbeeld draait mijn cliënt op de buitenkant van de cirkel van een ander mee en is ze uit haar eigen centrum en dus uit haar kracht. Logisch dat ze door hem meegetrokken wordt de diepte in. Het punt is alleen dat verslaafden erg slim zijn in het spelen van slachtoffer en medelijden opwekken.

Tot zover deel 1 van Vredelievend communiceren. In deel 2 komt er een stappenplan voor verandering van gedrag en oefeningen om onze innerlijke spraak te observeren.

 

Elly de Lezenne Coulander

Vredelievend communiceren

Zelfbeheersing, discipline, flexibiliteit, vertrouwen, wilskracht, luisteren, inlevingsvermogen, verbeeldingskracht, pragmatisme, zelfvertrouwen, respect, duidelijkheid, wijsheid, liefde, geloof in vrede, dienstbaarheid. Met deze kwaliteiten zette Nelson Mandela zich in voor de vrede in Zuid-Afrika, zoals in de delen 1 en 2 van Vrede begint bij jezelf (gepubliceerd in maart en april) is te lezen. Hoe kunnen wij al was het maar voor een heel klein beetje in zijn voetsporen treden? Ik heb aan het eind van deel 2 van Vrede begint bij jezelf beloofd handvatten aan te reiken om op een vredelievender manier te communiceren. Dat is te veel informatie in één artikel. In dit eerste deel geef ik daarvoor de aftrap. Het is namelijk eerst belangrijk om ons bewust te worden van wat de gevolgen voor onszelf en onze omgeving zijn van een negatieve stijl van communiceren.

Zo binnen zo buiten, zo boven zo beneden

Nelson Mandela is niet de enige in de geschiedenis die veel voor de vrede heeft betekend. Mahatma Ghandi is daar natuurlijk nog een goed voorbeeld van met zijn inzet van actieve geweldloosheid in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd. Ook de Nederlandse, 75 jarige pater-jezuït Frans van der Lugt had de moed in het door oorlog verwoeste Homs in Syrië een vredige plek voor de mensen te creëren ongeacht ge­loof of ras. Hij weigerde om zich te laten evacueren tijdens het bereikte bestand van een paar dagen. Het werd hem fataal, want op maandag 7 april 2014 werd hij door gewapende mannen uit zijn huis in Homs ontvoerd en doodgeschoten.

Wat is er toch aan de hand op deze wereld dat we elkaar zo gemakkelijk van het leven beroven. Daarvoor haal ik de wet van Hermes Trismegistus even van stal. Het belangrijkste inzicht van deze wet is dat wat er buiten ons plaatsvindt een afspiegeling is van wat er binnen in ons gebeurt en andersom. Zo is in elke cel van ons lichaam ook de blauwdruk van ons gehele lichaam aanwezig. In het oude Egypte (de bakermat van onze be­schaving) werd de hermetische wet ‘zo binnen zo buiten, zo boven zo beneden’ genoemd en door farao’s en priesters onderwezen. Ook Taoïsten gebruiken dit uitgangspunt voor hun groei en ontwik­ke­ling. Deze filosofie volgend betekent oorlog buiten ons, dat er ook ergens oorlog in ons is. Dus waar zullen we dan moeten beginnen om vrede te creëren? Precies, bij onszelf.

Zelfkastijding

De eerste stap is ons bewust te worden welke oorlog we in onze binnenwereld, dus metVergif 1 onszelf voe­ren. “Oorlog met mezelf voeren?”, zul je wellicht denken, “Ben je nu helemaal van de pot gerukt?” Nee, dat ben ik niet. Dagelijks merk ik in mijn contacten met cliënten die ik coach hoe vaak we in oorlog met onszelf zijn. We schieten niet met scherp, we gooien ook geen bommen. Nee, we gebrui­ken vergif, een langzaam werkend, maar effectief vergif: negatieve gedachten over onszelf. Herken je deze: ik ben te dik; ik ben te mager; ik ben te lang; ik ben te klein; ik ben lelijk; mijn neus is te lang; mijn neus is te groot; ik haat mijn flaporen; mijn borsten zijn te klein; mijn borsten zijn te groot. Zo kan ik nog wel even doorgaan met hoe we onszelf met onze negatieve gedachten kastij­den. De persoon tegen wie we nu juist het alleraardigst zouden moeten doen, zijn we langzaam aan het vergiftigen. Hoe wreed kan het zijn en dat is nog maar één manier van oorlog voeren met ons­zelf.

Als we iets gedaan hebben wat niet goed uitpakt of als we in onze ogen iets negatiefs gedaan heb­ben, zijn we geneigd om onszelf daarvoor te veroordelen: wat ben ik toch stom; zie je wel dat ik het niet kan. Dat oordelen hebben we al erg jong geleerd. Zodra we in staat zijn ons maar enigszins voort te bewegen, hebben we gehoord: blijf af; dat mag niet; je bent stout als je dat doet; dat kun je niet. Sommigen onder ons hebben ook gehoord: je deugt niet; je bent een nietsnut; je bent nergens goed voor; ik heb je niet gewild; als jij er niet was geweest, was mijn leven beter geweest. Vaak horen we in onze jeugd alleen wat we niet goed doen. Om ons zogenaamd te beschermen leerden we ook om onze talenten en vaardigheden te bagatelliseren, want stel je voor dat je naast je schoe­nen zou gaan lopen. En ach, zucht, onze ouders hebben dit weer van hun ouders gehoord en zij weer van hun ouders en dat gaat zo al honderden zo niet duizenden jaren door. Het zit dus goed in onze hersenen gegrift dat (ver)oordelen erbij hoor.

Omdat je ouders jou veroordeelden en later anderen zoals je leraren daar een schepje bovenop gingen doen, lijkt het normaal dat je die oordelen over jou voor waar aanneemt en jezelf dan ook maar veroordeelt. Het nare is dat dit aangeleerde gedrag in het onbewuste lange termijngeheugen terechtkomt. Het kost ons daardoor geen enkele moeite om dat gedrag te activeren. Het is zelfs zo dat als we nieuw, effec­tiever gedrag hebben geleerd, het veroordelen toch op het puntje van je tong blijft liggen. Dat komt omdat het oude gedrag eerder geprikkeld wordt. Dan is het ook nog eens zo dat negatief denken zichzelf in stand houdt en geen ander levend wezen zo goed in piekeren is dan mensen. En ja, vrouwen nog meer dan mannen.

In Woorden kunnen je brein veranderen waarschuwen Andrew Newberg en Mark Robert Waldman ervoor dat elke vorm van gepieker – over je werk, je inkomen, je gezin, je relatie, enzovoort – je lichaam prikkelt om destructieve neurochemicaliën aan te maken. Als je de gewoonte hebt om in negatieve gedachten te vervallen en/of iedere keer weer piekert over problemen uit het verleden, dan zeil je recht op een depressie af. Voorbodes daarvan zijn eetstoornissen, passiviteit, slapeloosheid, pleinvrees, dwangmatig gokken en seksuele problemen. Dat zijn dingen die een gezond denkend mens toch liever wil vermijden.

Daarom is het zo belangrijk om ons bewust te worden van onze agressie tegen onszelf, want zodra we onszelf veroordelen, respecteren we onszelf niet. Omdat we dat al zo lang gewend zijn, hebben we dat niet eens meer in de gaten. Toch weten we best wel dat iemand echt niet wordt gemotiveerd door veroordeling. Met dat oorlogje spelen demotiveer je jezelf en doe je jezelf dus geen plezier. Negatieve gedachten werken bovendien door in wat we zeggen. Daarmee zijn we bij nog een andere  vorm van oorlogje voeren beland: communicatie met de buitenwereld.

Negatieve woorden

Dat gedachten en woorden kracht hebben, is inmiddels wel duidelijk. Alleen de kracht van woorden is nog sterker dan van gedachten. Zodra we onze gedachten hardop uitspreken, verdubbelt die kracht als het ware. Dat geldt dus ook als we communiceren vanuit een negatieve gemoedstoestand.

Onze menselijke antennes pakken over het algemeen heel gemakkelijk stemmingen en emoties van onze gesprekspartner op, bewust of onbewust. Het effect is dat je iedereen kunt meesleuren in een negatieve spiraal naar beneden die uiteindelijk tot geweld kan leiden. Volgens Newberg en Waldman is de reden daarvoor, dat vanaf het moment dat we negatieve gedachten tot uitdrukking brengen, het negativisme in de herse­nen van spreker én toehoorder(s) wordt vergroot.

Een goed voorbeeld is boosheid. Hoe moeilijk is het niet om kalm te blijven als een ander boos naar je reageert en hoe gemakkelijk kan de boel dan escaleren. Er zijn niet voor niets mensen die Boosheid1hun brood verdienen met het ons leren om rustig te blijven als iemand boos en agressief reageert. Als we te veel last hebben van of te vaak geconfronteerd worden met agressiviteit en boosheid van onszelf of van een ander kan dat onherstelbare schade veroorzaken in onze hersenen en uiteraard ook in onze relaties. Geheugenopslag en cognitieve precisie kunnen hierdoor worden aangetast, evenals op den duur ons beoordelingsvermogen in sociale situaties waardoor we daar niet goed op gaan reageren.

Wat dat laatste betreft staan negatieve gedachten het nemen van rationele beslissingen in de weg. Ongetwijfeld herkenbaar, en dat komt omdat we dan eerder vooroordelen over anderen hebben. Onze innerlijke dialoog blijft dan in een kringetje ronddraaien waar we niet altijd even gemakkelijk uit kunnen komen. Omdat we te veel in onze emoties blijven hangen die door onze rechter hersenhelft worden beheerst, ligt er min of meer een grauwsluier over onze linker hersenhelft die ons rationele denken regelt. Het is belangrijk om achter die sluier vandaan te komen, want als we te lang blijven hangen in negatieve ge­dachten en woorden – anders gezegd in ons drama – is de kans echt groter voor werkelijke schade aan belangrijke structuren die ons geheugen, onze gevoelens en emoties reguleren. Wellicht heb je al eens gemerkt dat je dan slecht in slaap valt. Dat is één van de effecten, net als een verminderde eetlust. Ook kan het de manier waarop onze hersenen geluk, een lang leven en gezondheid reguleren ontregelen.

Door het uitspreken van een enkel negatief woord kan er direct spanning en irritatie ontstaan. Laat staan als het om een hele tirade van negativiteit gaat. Het vervelende is dat er dan al snel wederzijds wantrouwen ontstaat doordat er bij zowel spreker als toe­hoorder(s) stressstoffen in de hersenen vrijkomen. Heel belangrijk is het om je te realiseren dat het voor onze hersenen niet uitmaakt of het fantasie of werkelijkheid is, gemeend of niet gemeend. Dat is ook de reden dat het luisteren naar ruzieachtige stemmen op radio of tv ook die stressstoffen activeren, ook als je die ruzieachtige stemmen op de achtergrond hoort. Ik heb mensen die er een handje van hadden om anderen af te kammen, regel­matig horen zeggen: ze weet toch dat ik het niet meen. Kan wel zijn, maar de hersenen reageren toch automatisch met het aanmaken van stressstoffen. Hoe we het ook wenden of keren het blijft oorlog voeren zowel naar jezelf als naar je gesprekspartner.

In het dagelijks leven gebeurt dat uiteraard ook regelmatig andersom, dat mensen negativiteit over jou uitstorten. Eén voorbeeld heb­ben we hiervoor al kunnen lezen, namelijk de nadruk van onze ouders en andere autoriteiten op wat we niet goed doen. Er is nog een andere manier.

Schuldgevoelens

Volgens Marshall B. Rosenberg, grondlegger van het model voor geweldloze communicatie en au­teur van De taal van de vrede, hebben autoriteiten zoals ouders en leraren ons ook nog eens opge­zadeld met schuldgevoelens. Daarmee kregen ze voor elkaar dat wij deden wat zij wilden. Dat heet overheersen en is ook een manier van oorlogsvoering. Een tweetal voorbeelden die we onge­twijfeld herkennen: ‘Het doet me pijn als je je kamer niet opruimt.’, ‘Je maakt me boos als je je broer/zus slaat.’ Met dit soort woorden proberen mensen ons verantwoordelijk te maken voor hun gevoelens, zodat wij ons schuldig gaan voelen. Inmiddels zijn we zelf volwassen en doen we vaak precies het­zelfde. Deze vorm van overheersing komen we overal tegen: regeringen, scholen, bedrijven, gezin­nen en dit werkt door in onszelf.

Rosenberg wijst erop dat we voor leren door middel van schuld of schaamte een hoge prijs betalen. Als we getraind zijn om onszelf iets te leren door op onszelf te schelden, is het niet vreemd als we onszelf gaan haten. Dat zien we bij anorexiapatiënten. Ze haten hun lichaam. Vlak ook de perfectio­nisten niet uit. Er is altijd wel een inner­lijke stem die het nooit goed genoeg vindt waardoor je je steeds schuldiger gaat voelen. Vervolgens ga je nog meer van jezelf eisen en storm je af op een burn-out. Met geen van deze manieren zorg je goed voor jezelf.

Ook als volwassenen onder elkaar doen we vaak erg ons best om een schuldgevoel bij de ander op te wekken. Een duidelijk voorbeeld daarvan kwam ik in mijn praktijk tegen van een cliënt die zich ver­antwoordelijk voelde voor een aan alcohol verslaafde vriend. Hoewel hij al diverse keren in een afkick kliniek was geweest, weigert hij om van de drank af te blijven. Toch blijft ze maar voor hem zorgen, omdat hij volgens haar verder niemand heeft die naar hem omkijkt waardoor ze zich schuldig voelt als zij hem loslaat. Daardoor krijgt hij haar iedere keer zover om toch naar hem om te blijven kijken. Ze neemt dus de verantwoordelijkheid voor iemand op zich die deze persoon zelf weigert te nemen met als gevolg dat zij hem in zijn oude patroon houdt en zelf steeds dieper wegzakt in een depressie.

Dit noem ik het meedraaien op de cirkel van de ander. Jaren geleden heb ik van een Indiaanse chief en medicijnman geleerd dat ik het centrum van het universum ben en dat alles om mij heen gebeurt. Zolang ik in het centrum van mijn eigen cirkel blijf staan, is er niets mis mee als mijn cirkel en de cirkel van een ander elkaar voor een gedeelte overlappen. Dan blijven we beiden in ons eigen centrum en in onze kracht staan. Die zinnetjes herhaal ik dagelijks als een mantra en ik heb ze al heel vaak aan anderen doorgegeven. Ze luiden als volgt:

Ik ben het centrum van het Universum

Alles wat gebeurt, gebeurt om mij heen

Ik ben omsingeld door de eeuwigheid

Ik ben de eeuwigheid

Chief Dancing Thunder

In het beschreven voorbeeld draait mijn cliënt op de buitenkant van de cirkel van een ander mee en is ze uit haar eigen centrum en dus uit haar kracht. Logisch dat ze door hem meegetrokken wordt de diepte in. Het punt is alleen dat verslaafden erg slim zijn in het spelen van slachtoffer en medelijden opwekken.

Tot zover deel 1 van Vredelievend communiceren. In deel 2 komt er een stappenplan voor verandering van gedrag en oefeningen om onze innerlijke spraak te observeren.

 

Elly de Lezenne Coulander