Bijdrage van: Elly de Lezenne Coulander
‘Dolfijne week’ – Daar lig ik dan met mijn neus in de Rode Zee. Als iemand me twee maanden geleden zou hebben verteld dat ik nu in het heerlijke warme water in de Sataya Baai zou zwemmen, had ik gedacht ‘ja hoor, maak me maar lekker voor iets wat ik me toch niet kan permitteren’. Er is dus een wondertje gebeurd, want door mijn snorkelbril kijk ik in het heldere, turquois blauwe water van deze prachtige baai waar ik te gast ben op de Nooraya die daar nog de hele week voor anker ligt. Ik heb net samen met de andere deelnemers aan deze dolfijnenweek mijn eerste en gelijk laatste snorkelles gehad van onze snorkel guy Achmed. Ik wist trouwens niet dat ik snorkelen zo leuk zou vinden. Er gaat werkelijk een nieuwe wereld voor me open. Wat is die waterwereld wonderschoon.
Te snel word ik uit mijn ontdekkingstocht door deze wonderlijke wereld getrokken. We gaan nu echt dolfijnen spotten. We werken ons allemaal stuntelig de zodiac (opblaasboot) weer in. Gelukkig is Sjasli er die me een handje helpt. Een donkergetinte, gedrongen man, met benen als boomstammen, armen zo sterk als kabels en een gevoelig hart. Hij bestuurt de zodiac en als iedereen weer aan boord is, speurt hij over het water om te ontdekken waar de dolfijnen zijn. Met zijn scherpe ogen heeft hij ze al snel gespot en daar gaan we, met een vaartje erop af. Flippers weer aan, snorkelmasker op en jump, jump, jump, allemaal het water weer in.
Dolfijnen zie ik nog niet, maar gefascineerd bekijk ik de onderwaterwereld. Mijn ogen volgen alles wat beweegt en bewonderen de taferelen op de bodem. Kleine visjes en grotere in allerlei vormen en kleuren. Ik heb geen flauw idee hoe ze heten en eerlijk gezegd interesseert me dat op dit moment helemaal niets. Ik geniet. En dan opeens vlak onder me haalt een dolfijn me in. Voor me schiet ze de diepte in. ‘Wow’, hoor ik mez
elf roepen! Ik moet heel hard om mezelf lachen en ook dat hoor ik in het water. Ik ben nog niet uitgelachen of er verschijnen links en rechts vlak onder me weer twee dol-fijnen. Ik kan mijn geluk niet op. Met z’n drieën beginnen ze vlak voor me te spelen in het water. Ze duiken de diepte in, draaien om elkaar heen, maken de mooiste buitelingen, net alsof ze me wel¬kom heten in hun vloei¬bare wereld. Als ze zijn ver¬dwenen zet ik mijn ont¬dekkingstocht van deze wondere wereld voort en tot mijn stomme verbazing zie ik op de bodem in het zand de vorm van een hart. Mijn dag kan niet meer stuk.
Terug op de boot springt het enthousiasme van ons allemaal af. Behalve van de vriendin die met me meegegaan is. Zij komt in tranen naar me toe en zegt: ‘Ik geloof dat ik het niet kan’. Toen ze besloot me deze reis te vergezellen wist ze al dat ze hier tegenaan zou lopen. Haar angst om met haar gezicht in het water te liggen speelt haar parten. En tja, hoe wil je anders de dolfijnen kunnen zien.
Natuurlijk ritme
Op die eerste dag begint er zich een ritme te vormen. Een ritme dat zich heel natuurlijk ontwikkelt. Na de lunch is het tijd voor een middagdutje om de heetste uren van de dag door te brengen. De temperatuur overstijgt regelmatig de veertig graden, maar door het zwoele zeewindje en doordat we weinig om het lijf hebben voelt het minder warm. Heerlijk vind ik het om de warme zon op mijn blote huid te voelen. Zeker na zo’n lange winter in Nederland. Op de dag van vertrek goot het pijpenstelen en kwam de temperatuur niet hoger dan zo’n 15 graden en dat in juni. Toch zoek ik een plekje op het overdekte middendek. De overgang van ons koude regenachtige kikkerlandje naar de volle Egyptische zon met ruim veertig graden vraagt om voorzichtig aan te doen, want ik heb geen zin om ge-roosterd te worden. Hoewel ik niet zo’n smeerder van zonnebrandolie ben, heb ik elk plekje van mijn lichaam bedekt met factor 50. Wat ben ik daar blij om, want in de loop van de week zie ik witte huidjes verzorgt met factor 20 rood, roder, roodst worden. Mijn huid wordt bruin, bruiner, bruinst.
In de loop van de middag trekken we er weer op uit met de zodiac. De ene keer bemand door Sjasli en de andere keer door Ali. Mijn vriendin krijgt een reddingsvest om en in het water houdt Achmed voortdurend haar hand vast, zodat haar niets kan overkomen. Als ze het na anderhalve dag eenmaal alleen durft, is zij het die elk moment aangrijpt om met de dolfijnen te zwemmen. Zelfs ’s morgens vroeg als de hele meute nog in diepe rust ligt.Die eerste middag zijn de dolfijnen ons regelmatig te snel af. Dat betekent flippers aan en snorkel-masker op, het water in en water weer uit zodiac weer in, flippers uit en masker weer af. Achter de dolfijnen aan. Mijn masker raakt iedere keer beslagen. Onder water kan ik nog wel wat zien, maar als ik boven water kom zie ik zo goed als niets meer. Ik raak daardoor te ver van de zodiac af. Als ik word opgepikt krijg ik op mijn kop. Ik merk dat ik een beetje boos word, want er was toch tegen me gezegd dat ik die kant uit moest zwemmen. En dat was het enige wat ik deed. Na een paar keer zodiac in en uit heb ik het gehad. Dat gejaag op dolfijnen staat me totaal niet aan. Omdat de afstand naar de Nooraya niet zover meer is, besluit ik met Betty mee terug te zwemmen. Veel minder vermoeiend dan boot in, boot uit. Op deze eerste dag begin ik te ontdekken waar mijn borstspieren zitten, want ze beginnen te protesteren door al die ongewone bewegingen, vooral het in de zodiac klimmen. Al snorkelend ga ik richting boot. Wat is het toch mooi onder water. Zo helder, zo blauw en zo vol leven. En wat zie ik daar? Weer een hart op de bodem in het zand, omringd door koraal deze keer. Blij snorkel ik verder.
Terug op de boot trek ik me terug op een matras op het tussendek. Daar merk ik dat mijn boosheid van daarnet weer bovenkomt. Oeps, daar moet ik kennelijk nog iets mee. Ik realiseer me dat ik in heel oud gedrag schiet wat die boosheid betreft. Als ik dat in de gaten heb, moet ik erg om mezelf lachen. De keus is niet zo moeilijk: blijf ik in die boosheid steken of kies ik voor liefde. Voor het laatste natuurlijk. Dat is wat de energie van dolfijnen met ons mensen doet als we zo dicht in hun buurt zijn. Ze duwen ons met onze neus op onverwerkte emoties/ervaringen om ze los te kunnen laten en dagen ons uit om voor liefde te kiezen. Allemaal komen we deze week in meer of mindere mate wel aan de beurt wat dat betreft.
Tijdens de evaluatie van deze eerste dag kan ik niet anders zeggen dan dat ik het werkelijk fantastisch vind om met dolfijnen te zwemmen. Alleen het gejaag op dolfijnen staat me tegen. Ik kom voor kwaliteit en niet voor kwantiteit. De anderen sluiten zich daarbij aan en vanaf dat moment wordt onze slogan kwaliteit en geen kwantiteit. De volgende vijf dagen zwem ik zonder gejaag elke dag met dolfijnen.
The Garden (de tuin)
De Sataya Baai is een beschermd gebied, omdat er veel koraalrif is. Dat betekent dat we niets met het koraalrif mogen doen. Je mag het niet aanraken, er niets van afbreken. Alleen maar kijken. Zou bij controle door de overheid blijken dat we ons niet aan die regels houden, dan raakt de kapitein zijn vergunning kwijt om in die baai voor anker te gaan.

Het eerste rif dat we bekijken, ligt redelijk dicht bij de boot. Met nog een paar anderen besluit ik er naar toe te snorkelen. Het is erg duidelijk waar we moeten zijn, maar ik merk iedere keer als ik mijn hoofd boven water steek, dat ik op één of andere manier telkens weer uit koers ben. Snorkelen is één, maar snorkelen tegen de stroom in is twee en dat valt dus niet mee. Het rif ligt in een redelijk ondiep gedeelte en de zonnestralen spelen door het water heen. Het is één en al kleur wat ik onder water zie. De vormen wisselen elkaar af. Het is fascinerend.
Volgens de organisator en de snorkel guy is er een nog veel mooier rif in de baai: the Garden. Daar schijnen de zonnestralen ’s middags nog apartere lichtschakeringen te creëren. Om dat te kunnen zien, moeten we het juiste moment afwachten. Het water moet helder zijn, zodat de zonnestralen hun werk kunnen doen. Er zijn dagen dat het rif zich als het ware reinigt en dat veroorzaakt troebel zicht. En dat willen we natuurlijk niet.
Ik kan niet wachten om daar naar toe te gaan. Als het zover is, sta ik vooraan om in de zodiac te springen. Als we er eenmaal zijn, ben ik in het water meestal de hekkensluiter. Zoveel valt er te bewonderen. The Garden is inderdaad een prachtig rif. Redelijk dicht aan de oppervlakte, maar omringt door een diepe zee. Wat ik anders in documentaires op tv zag, zie ik nu met eigen ogen. Wat een verschil, want het is onbeschrijfelijk mooi. De zonnestralen zorgen voor ontelbare kleurnuances. Planten dansen op de beweging van het water. Er is een grote variëteit aan gewassen. Naast veel sponsachtige gewassen zijn er ook enorm veel die lijken op hersenen en ik ben verbaasd over hoeveel hersenen moeder aarde heeft. Als ik daar wat serieuzer over nadenk, is het eigenlijk logisch als je het verhoudingsgewijs bekijkt. De aarde is zo’n immens groot levend organisme. Dat vraagt ook om een flinke portie ‘hersenen’.
Er is heel wat leven in de brouwerij in en om het rif. Ik kom vissen in alle vormen en maten tegen. Geel gestreepte, oranje, in de kleuren van de regenboog en doorzichtig. Vooral de kleinere soorten zijn druk in de weer om in en uit verborgen hoekjes en gaten te zwemmen. Een enkele grote ligt stil in het water en kijkt ons met zijn uitpuilende ogen nieuwsgierig aan. Ook zwemt er een haaitje. Gelukkig niet van de gevaarlijke soort. Slangen glibberen over de bodem. De snorkel guy wenkt ons. Als ik vlak bij hem ben, wijst hij naar de zeebodem. Ik volg de richting van zijn vinger en zie tot mijn verbazing een zeeschildpad. Geen moment was ik er mee bezig geweest dat ik tijdens mijn dolfijnenavontuur ook zoveel andere dieren tegen zou komen. Ik dank de schepper voor dit mooie cadeautje.
Schoonheid
Dit is niet de enige keer dat we naar dit rif gaan. We kunnen er namelijk echt geen genoeg van krijgen. Het is niet uit te leggen als je dit zelf nog nooit gezien hebt, maar het blijft fascinerend. Als ik de tweede keer The Garden bezoek geef ik mijn ogen weer goed de kost. De eerste keer was ik al van de ene in de andere verbazing gevallen. Midden in het koraal zag ik toen weer een hart van zand en een stukje verderop een witte plant in de vorm van een hart, wuivend op de cadans van het bewegende water. Ik let op of ik ze nu weer zie en ja hoor, daar is het hart van zand weer en even verderop de witte plant. Het was dus geen fantasie van mij. Iedere keer als ik een hart ontdek, maakt mijn eigen hart een sprongetje. Ook nu weer. Vooral door de dankbaarheid die ik voel dat ik in deze baai zulke mooie dingen mag ervaren. Doordat mijn hart van dankbaarheid overloopt en ik met volle teugen de schoonheid van het rif in me laat binnenkomen, voel ik ineens de kracht van de Wet van Hermes Trismegistus: zo boven, zo beneden, zo binnen, zo buiten. Het besef stroomt door me heen dat ik kijk naar de schoonheid van mijn ziel. Ik besef tegelijkertijd hoe klein ik in dat grote geheel ben en hoe groots tegelijkertijd. Een diepe eerbied rijst in me op, want wat voor mij geldt slaat op iedereen elk mens, elk levend wezen: zo boven, zo beneden, zo binnen, zo buiten. Elke ziel heeft haar eigen schoonheid en ik ervaar al snorkelend in de Rode Zee tot in mijn diepste wezen hoeveel schoonheid onze zielen uitstralen. Ontroerd snorkel ik door.
Schipbreuk
Op niet al te grote afstand van waar de Nooraya voor anker ligt, steekt iets boven
het water uit. Dat blijkt een deel van een schip te zijn dat vorig jaar schipbreuk heeft geleden. Op het beschermde rif nota bene. Omdat de boot niet was verzekerd, heeft de eigenaar het maar gewoon laten liggen waar het lag. Zeer tegen de zin van de Egyptische overheid in natuurlijk. Zij heeft het schip van het rif af laten slepen, zodat het in het zand ligt te vergaan. Prachtig natuurlijk voor nieuwsgierige onderzoekers; het geeft een beetje een Titanic-gevoel. Een beetje, want dit vergane schip is natuurlijk niet te vergelijken met die enorme Titanic. Nooit heb ik me gerealiseerd trouwens dat een schip zo snel kan vergaan als het in het water ligt. Apart is het wel om dat proces gade te slaan, zeker door een patrijspoort onder water.
Afscheid
Zoals ik in het begin al opmerkte: als je het naar je zin hebt, gaat de tijd snel. De laatste dag in de baai breekt dus veel te snel aan. Het wordt een dag om nooit te vergeten. Vijf dagen lang zon, zee en zwemmen met dolfijnen heb ik al achter de rug. Geen enkele dag lieten de dolfijnen verstek gaan. Grote dolfijnen, kleine dolfijnen, baby dolfijnen. Ik heb ze allemaal om me heen gehad. Kennelijk genoten zij net als wij, want als ze er geen zin in hebben komen ze echt niet. Van de capriolen die ze met elkaar uithalen, word ik iedere keer weer blij en ik ben niet de enige.
En toch, de laatste dag is aangebroken. Ik zorg ervoor om deze keer met de eerste tocht mee te kunnen, want morgen kan het niet meer. De keus valt op een laatste bezoek aan The Garden. In de ochtend deze keer met heel ander licht. Anders, maar ook mooi. Vandaag worden we omringd door jellyfish, kwalletjes. Als kind zorgde ik er altijd voor om ver uit de buurt van kwallen te blijven, want gebeten worden door een kwal had vervelende gevolgen. Nu leer ik dat niet alle kwallen zulke bijters zijn. Dit zijn heel ongevaarlijke. Toch merk ik dat ik automatisch terugschrik als ze me aanraken en het duurt even voordat ik dat signaal dat kennelijk diep in mijn reptielenbrein verankerd zit onder controle heb.
Na The Garden gaan we op zoek naar de dolfijnen. Als ik in het water lig, komt er een grote dolfijn naar me toe en vlak voor me duikt hij de diepte in. Oeps, denk ik, oeps, het lijkt wel of hij me uitnodigt om achter hem aan te duiken. Ik ben nog een beetje in dubio. Doe ik dat nou wel of doe ik dat niet. Tot nu toe heb ik alleen maar gesnorkeld zonder te duiken. Ik heb alleen maar naar anderen gekeken die wel achter de dolfijnen de diepte in gaan, maar eigenlijk wil ik zelf ook wel. Door al mijn afwegingen laat ik deze kans voorbij gaan. Na een poosje verdwijnen de dolfijnen en klim ik weer in de zodiac. Iedereen is voldaan en we varen richting boot.
Als we dichter bij de Nooraya komen, zien we tot onze stomme verbazing dat daar hele scholen dolfijnen spelen. Overal waar je kijkt, zie je dolfijnen. De achterblijvers op onze boot liggen daar inmiddels midden tussenin. Het is geweldig om te zien en ik besluit eerst een poosje naar dit tafereel te kijken. Apart is dat ik de geluiden die ze maken boven water wel kan horen en onder water zo goed als niet. En die geluidjes zijn zo grappig. Staarten en vinnen van dolfijnen deinen op het water, verdwijnen onder water en duiken weer op. Een paar springen er uit het water op en duiken er weer in. Ze hebben het enorm naar hun zin en ik heb zin om erbij te zijn. Zodra ik in het water lig, zijn overal dolfijnen om me heen. Het zijn er geen tien, geen twintig, geen dertig, het zijn er te veel om te tellen. Ze buitelen, duiken, dansen om ons heen. Ze spelen zelfs met de kwalletjes. Nemen er een in hun bek, zwemmen er een poosje mee rond, laten ze weer los en pakken ze weer op. Terwijl ik mijn best doe om met hen mee te zwemmen, komt er een hele grote dolfijn van links naar me toe. Vlak voor me duikt hij sierlijk de diepte in. Oeps, oeps, oeps, deze uitnodiging om te duiken kan ik toch niet nog eens blijven negeren. Ik ben al weer te laat. Het water is wat troebel en ik kan hem al niet meer zien. Maar driemaal is scheepsrecht. Dus hij komt opnieuw naar me toe, duikt vergezeld door twee van zijn kameraden naar beneden. En ik? Ik haal heel diep adem en duik er achteraan. Wow, het is me gelukt. Hoe diep ik onder water ben geweest, geen idee, maar ik was er doorheen. Dit laatste cadeautje van de dolfijnen kon ik toch niet voorbij laten gaan.
Door op de laatste dag met zoveel zo dicht bij onze boot te verschijnen, hebben de dolfijnen voor mijn gevoel hun dankbaarheid voor onze aanwezigheid willen tonen. Een dank je wel en een good bye, want dat ik een keer terugga staat vast. Ik voel me vervuld van dolfijne(n) energie en ben ontzettend dankbaar dat ik deze energie ook mag doorgeven. Dat is mijn cadeautje aan jou. Geniet ervan.
© Elly de Lezenne Coulander
Elly is werkzaam voor Antwoorden en inzichten, alwaar je haar kunt consulteren
Dit artikel mag in zijn geheel verspreid worden mits voorzien van bronvermelding.
Vind ik leuk:
Like Laden...